donderdag 14 februari 2008

Conclusies eindrapport 'Tijd voor onderwijs'

De overheid heeft het waarborgen van de kwaliteit van het onderwijs ernstig verwaarloosd. Er was in de afgelopen twintig jaar geen deugdelijk toezicht op die kwaliteit. En politiek belang ging boven het belang van het kind. (NRC Handelsblad)


Dat zijn de belangrijkste conclusies van de commissie die onder leiding stond van Jeroen Dijsselbloem (PvdA). Het parlementaire onderzoek werd ingesteld naar aanleiding van protesten van scholieren die klaagden dat ze onvoldoende les kregen en teveel werden vrijgelaten. De vernieuwingen van de jaren negentig werden onderzocht: basisvorming, de Tweede Fase en het vmbo. De commissie is van oordeel dat het politiek belang meer gewicht kreeg dan het belang van het kind. Kritiek werd stelselmatig genegeerd door de Tweede Kamer en met leerlingen met gedrags- en leerstoornissen zijn grote risico's genomen, net als door de invoering van het 'nieuwe' leren, waarbij leerlingen zelfstandiger werken. De bekende problemen van de groeiende groep allochtone leerlingen zijn daarnaast grotendeels genegeerd. "Een ontluisterend beeld", aldus Dijsselbloem.

Naast alle bovenstaande zaken gelukkig ook enkele aanbevelingen. De belangrijkste is dat de overheid duidelijk moet gaan voorschrijven wat de kinderen op school en in welke klas moeten leren. Scholen moeten zelf bepalen hoe ze dat in praktijk gaan brengen.

Geen opmerkingen: